Bedenkingen bij psychisch lijden.
Graag enkele bedenkingen als niet-psychiater
in de discussie over euthanasie bij psychisch lijden.
1.
De legaliteit van euthanasie
bij psychisch lijden is niet zo vanzelfsprekend. De wet voorziet dat dit
psychisch lijden veroorzaakt moet zijn door een ernstige en ongeneeslijke
ziekte of ongeval. “ de [1 meerderjarige of
ontvoogde minderjarige]1 patiënt zich in een
medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of
psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden, en dat het gevolg is van een
ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening”. Die
mogelijkheid is m.i. door de wetgever voorzien voor bvb para- of
hemiplegiepatiënten die hierdoor ondraaglijk psychisch lijden. Dit betekent alvast
dat levensmoeheid (tenzij men het leven als een ongeneeslijke ziekte beschouwt),
evenals het psychisch lijden an sich
uitgesloten zijn.
2.
In de praktijk lijkt het er
meer en meer op dat sommige collega’s en heel wat salonethici van allerlei slag
enkel de laatste woorden van artikel 2 van de wet gelezen hebben. “Voor de toepassing
van deze wet wordt onder euthanasie verstaan het opzettelijk levensbeëindigend
handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek.” Het is voor
hen voldoende dat de patiënt “erom verzoekt”. En dat de papieren in orde zijn.
Door het mediatiseren van dergelijke visie merkt men geleidelijk aan een
beïnvloeding van de bevolking in dezelfde richting.
3.
Blijkbaar bestaat er, ten minste op politiek gebied, een meerderheid die
“zelfbeschikking” primordiaal stelt maar dan toch de verantwoordelijkheid overhevelt
naar de artsen. Zo komen we tot de fundamentele
vraag “Is euthanasie een medische akte?” Om een antwoord te formuleren
moeten we ons eerst afvragen “Wat is een medische akte?”. Een medische akte kan
slechts als zodanig genoemd worden als de eindverantwoordelijkheid en de
aansprakelijkheid ervan bij de arts ligt die de akte verricht of laat
verrichten. Door de wetgeving hoeft de arts geen rekenschap te geven indien hij
euthanasie verricht heeft volgens de wettelijke normen. In die zin is
euthanasie geen medische akte.
4.
Toch dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen euthanasie bij de
terminale patiënt en bij de niet terminale patiënt. Bij een stervende patiënt
die ondraaglijk lijdt, kan de pijnbehandeling uiteindelijk tot de dood leiden
en kan euthanasie een onderdeel uitmaken van de medische akte.
5.
Voor euthanasie bij een stervende is er dan ook geen wetgeving nodig: de
medische moraal is een omstandigheidsmoraal. Elke medische akte is immers
verschillend: de patiënt, de arts, de ziekte, het tijdstip, de omgeving zijn
telkens verschillend, ook bij een zelfde patiënt. Daar elke medische akte uniek
is, daar elke medische akte een uitzondering is, is het nodig hierin geen wettelijke
regels vast te leggen.
6.
Indien onze maatschappij via volksvertegenwoordigers echter oordeelt dat
euthanasie bij een niet terminale patiënt wettelijk mogelijk moet zijn, dan
dient deze maatschappij de beslissing hierover zelf te nemen en niet door te
schuiven naar het medisch korps. De enige mogelijkheid hiervoor is een a priori
beslissing van een rechtbank, eventueel na advies van een a-prioricommissie. In
dat geval zou de euthanasie nooit mogen uitgevoerd worden door de behandelende
arts, wel door een arts aangeduid door de rechtbank uit een lijst van
vrijwilligers. Kandidaten hiervoor zijn er genoeg te vinden bij de Leifartsen.
Het tarief van hun advies is nu trouwens al vastgelegd op 150€
7.
De discussie rond euthanasie
bij psychisch lijden, dient dan ook de discussie rond euthanasie bij niet
terminale patiënten te omvatten, zo niet sluit elk betoog hierrond de
expliciete aanvaarding in van de wetgeving over niet terminale patiënten.
Als artsen hebben we gekozen om mensen te
helpen in hun strijd tegen ziekte. Niet door hen te doden maar door hen te
begeleiden en te helpen op de meest humane en menselijke wijze.
Georges Casteur
Comments
Post a Comment