De strik om de doos van Pandora
De strik
rond de doos van Pandora sluit niet
Psychiatrie geprangd in een ongemakkelijk dwangbuis
Dr. G. Otte
Psychisch lijden is geen lachertje. Daarover zijn voor
en tegenstanders van euthanasie in de psychiatrie het tenminste roerend met
elkaar eens. In hoeverre dat lijden een aanleiding kan zijn om euthanasie aan
te vragen, is dan weer een hekel punt waarover de meningen verdeeld zijn. Voorstanders
stellen dat het enkel de patiënt is die het lijden aanvoelt en die kan
beslissen over wat draaglijk is en wat niet. “Hoe belangrijk het leven ook moge
zijn, we moeten respect opbrengen voor de autonomie en vrije wil van de patiënt”,
luidt hun stelling. “Als deze zijn
situatie als ondraaglijk ervaart, uitzichtloos of ongeneeslijk wie zouden wij
dan zijn om niet mee te gaan in deze vraag om een definitief einde aan dat
lijden te maken?”.
Zij die niet gehinderd worden door christelijke of
Hippocratische principes om de beschermwaardigheid van het leven als een
absolute waarde boven alle andere te stellen, zullen hiermee weinig last
hebben. Iets minder theoretisch wordt het wel als men oproepen hoort uit
Nederland (NVvP) dat de behandelende psychiater finaal niet mag “gehinderd
worden” door “handelszwakte” en dat het de taak is van de behandelende psychiater
om dat bij zijn patiënt zelf en eigenhandig te doen. Niet zomaar via een
verwijsbriefje naar een of andere levenseinde kliniek maar “in personam”. Dat
was recent ook de teneur van een scherpe brief van Dr. Wim Distelmans aan
psychiater L. Thienpont. Klaar uw eigen klus want er moet een behandelverband
zijn tussen uitvoerende arts en patiënt. Is euthanasie in de psychiatrie dan
plots een “medische therapeutische acte” geworden? Bizarre visie.
“Het niet fatsoenlijk is om zijn patiënt geen
euthanasie te “gunnen” als aan alle voorwaarden van de wet voldaan is”, klinkt overduidelijk
een recent gezag voerende NVvP stem. Is het niet doden van Uw patiënt nu ook al
iets “onfatsoenlijks”? Hippocrates… wo biest du bleven?
Inspanningen om de wet van 2002 ook toepasbaar te
maken op de psychiatrie verlopen dus evident niet probleemloos want ze geven
aanleiding tot hogere vernoemde en andere controversen. We zien immers steeds
meer onsmakelijke toestanden aan de oppervlakte komen (cf. kritiek op de
levenseindekliniek in Nederland o.a. door Prof. Jim Van Os et al) waarbij
sprake is van overhaasting en onvoldoende therapeutische zorgvuldigheid.
Recente publicaties tonen verder aan dat waar de wettelijke formaliteiten wél goed vervuld zijn, dat helaas inhoudelijk niet
steeds het geval is.
Zich bewust zijnde van dit gevaar proberen diverse
organisaties (o.a. BvL) beroepsverenigingen o.a. VVP via het opstellen van een reeks
zorgvuldigheids- en voorzichtigheidscriteria een ethisch filter in te bouwen.
Wat we echter vaststellen is dat men parallel hiermee,
om dan toch euthanasie in de psychiatrie mogelijk te maken, vrij ongenuanceerd gebruik
maken van een terminologie die zo ontleend is uit de somatische geneeskunde
vermoedelijk in de overtuiging dat door gebruik van termen als medisch model,
uitzichtloosheid, ongeneeslijk lijden etc.. een en ander toch zou kunnen ondergebracht
worden in dezelfde wettelijke bureelschuif als die van de wet op de euthanasie van
2002
![]() |
Men moet evenwel geen psychiater noch expert op dit terrein zijn om aan te voelen dat hier iets erg klem zit, dat er gewoon iets niet klopt m.a.w dat het gaat om een dissonant construct. Psychiatrie is immers niet te kaderen in een eng medisch model maar vereist – wat al zeer lang bekend is- in een breed contextueel “psycho-bio-sociaal” model gezien veel lijden niet enkel bepaald wordt door bio gedeelte maar vooral door psychosociale en maatschappelijke contextuele elementen. Zelfs fervente voorstanders van euthanasie in de psychiatrie (collega Lieve Thienpont kunnen dit niet ontkennen cf. haar recente publicatie.
Ongeneeslijkheid en uitzichtloosheid zijn termen
waarover wel veel geleerde en gesofistikeerde inkt kan vloeien maar zonder de
hoop dat deze ooit de subjectiviteit van een zgn. expert-oordeel kan
verdoezelen. De eenvoudige waarheid is dat er geen objectieve criteria bestaan
om uitzichtloosheid of ongeneeslijkheid van psychisch lijden te bepalen zoals
dat misschien wel (enigszins meer) het
geval is in somatische pathologie. Zoals Jim Van Os stelt: “euthanasie
vraagt om zekerheid en die is er gewoon niet in de psychiatrie”.
Dus gaan we heel zorgvuldig te werk gaan en
uitgebreide aanbevelingen doen qua voorzichtigheid en zorgvuldigheid in de hoop
dat we daardoor misbruik of onzorgvuldig handelen kunnen voorkomen als een
strakke elastiek rond de doos van Pandora. We proberen filters in te bouwen. Klinkt mooi maar nogal utopisch. We moeten
niet ijveren om beoordeeld te worden op goede intenties of dito voorbeelden en
verklaringen, maar vooral op de finale resultaten van onze strategische acties.
Alle goede bedoelingen van de opstellers ten spijt zal
men realist genoeg moeten zijn om in te zien dat al die criteria van
“voorzichtigheid” een doekje voor het bloeden is en bovendien het gevaar
vergroot wordt dat er nog meer euthanasie in de psychiatrie binnensluipt, nl
dat het een aanzuigeffect veroorzaakt. De cijfers tonen dit nu al aan.
Wat is men gebaat met lijvige documenten en checklists
aan voorzichtigheidsmaatregelen, als men blijft zitten met een wet die qua
procedure intrinsiek geen enkel verplichte garantie op inhoudelijke veiligheid biedt?
Wat is de waarde van richtlijnen die bij flagrante overtreding binnen het kader
van de wettelijke norm niet eens als fout kunnen betiteld worden laat staan
gesanctioneerd? Een evaluatie post hoc (evaluatie van een aanvraag nadat de
euthanasie is uitgevoerd !!) geeft geen thans enkele garantie op zorginhoudelijke
kwaliteit. De wettelijk gehanteerde voorwaarden hebben vooral te zien met de
vorm doch er wordt geen rekening gehouden met de inhoud. Een tweede advies is
nodig maar ook al is dat advies negatief, de euthanasie gaat toch door! Het
volstaat immers dat een tweede advies werd “gevraagd”, niet wat het besluit
ervan is. Vorm boven inhoud? Leven wij In België of in een bananenrepubliek? Het
is al even dom (en slecht) als de put vullen nadat het kalf verdronken is. En
dat is nu net wat in België gebeurt (tot groot ongeloof en verbijstering bij
veel psychiaters en beroepsverenigingen vb. APA in het buitenland cf.
voordracht van Dr. Mark Komrad). Er is een commissie die dat allemaal “grondig”
evalueert of dat tenminste probeert - want laat ons a.u.b. ernstig blijven: die
mensen kunnen ook maar roeien met de middelen en tijd die ze krijgen- voorgezeten
door een arts met name Dr. Wim Distelmans die op dat vlak -ongeacht de kwaliteit
van zijn werk- zich moeilijk inde perceptie van de buitenwereld als neutraal
kan profileren zonder (grim-)lachwekkend verlies aan totale geloofwaardigheid. In
België werd ten tijde van Dutroux een onderzoeksrechter zowaar geschorst omdat
hij een bordje spaghetti at met iemand van de tegenpartij waardoor zijn
reputatie van neutraliteit niet kon behouden blijven. Twee maten en gewichten
of is niet iedereen meer gelijk voor de wet?
Het gevaar van goedbedoelde teksten zoals door de beroepsverenigingen,
zorgnetwerken, kwaliteitsorganisaties en zelfs een geseculariseerde organisatie
als de Belgische tak van de BvL (die daarvoor zelfs de eigen missie rond
absolute beschermwaardigheid van het leven “herschikte”) is het feit dat we zonder
een grondige verandering in de uitvoeringsmodaliteiten van de wet van 2002, slecht
en gevaarlijk bezig zijn. We gaan evolueren naar “Pleiter” dictaten en
dictatuur van de wet. Want het is niet omdat een fout tot wet verheven wordt
dat het daarom ethisch minder fout zou zijn.
Het is duidelijk dat de wet van 2002 niet geschikt is voor de
problematiek van euthanasie in de psychiatrie. Hoe deze moet aangepast worden
is dan weer stof voor een breed en sereen maatschappelijk debat.
In afwachting is het beter om euthanasie in de
psychiatrie volledig buiten de wet van
2002 te houden eerder dan als organisatie deelachtig te zijn in een
verwrongen en finaal foutieve “oplossing”. Meer investeren in “schelpzorg” bvb.
zal de vraag naar euthanasie fors reduceren.
Dit moet de boodschap zijn die we als psychiater en als
beroepsorganisatie zéér duidelijk en expliciet moeten sturen naar de
maatschappij en vooral naar de wetgever in lijn met wat we in de VVP gedaan
hebben voor de gedwongen opname, dwang- en vrijheidsberoving in de psychiatrie,
internering en in lijn met wat raakt aan de ethische kern van ons beroep.
Dr. G. Otte
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
Comments
Post a Comment